Van Lake Toba, Samosir, terug naar Kuala Lumpur

S'morgens half zes gemeld bij de receptie. De zoon van de eigenaresse brengt ons met de auto naar de veerpont, zo’n twintig minuten rijden. Na ongeveer drie kwartier varen, worden we aan de overkant opgewacht door de taxichauffeur. Er is sinds kort een nieuw internationaal vliegveld aan de zuidzijde van Lake Toba gekomen, Silangit. Twee uur doen we er over om bij het vliegveld te komen. Met wat vertraging vliegen we in één uur en vijftien minuten naar Kuala Lumpur.

We hebben een hotel gekozen op het randje van China Town. Niet wat je bij China Town zou verwachten. Een lange winkelstraat met zijstraten vol met kraampjes met vooral kleding, restaurantjes en kraampjes met fruit. Er loopt af en toe een Chinees tussen, maar dat is alles. Maar wel gezellig hoor!

We bezoeken nog een Hindoe tempel waar ons spontaan iets te eten wordt aangeboden. Gebakken pinda’s met een kwak zoete rijst erop. Lekker, maar met de handen eten valt nog niet mee.

Zaterdag gaan we met de bus naar Taman Negara, het oudste regenwoud ter wereld. Ik ben er al twee keer samen met Jannie geweest, maar het verveeld nooit. Dus hopen dat het Tanja ook gaat bevallen.